Bezoek van Don
2010: Don Foster en zijn familie willen Nederland bezoeken. Don wil de plaatsen bezoeken waar zijn vader, Canadian Scottish, in en na de oorlog geweest is. Hij vraagt mij, Jose, tijdens een telefoon gesprek voorafgaand aan zijn bezoek in Nederland of ik het plaatsje Leuth ken. Het ligt bij Nijmegen en hij wil daar op zoek gaan naar het graf van een soldaat. De soldaat is een broer van een vriendin (Beatrice), die daar gesneuveld en begraven is. Don vertelt, dat zijn kinderen pianoles krijgen van Beatrice. Vorig jaar zomer vertelde hij Beatrice dat hij naar Frankrijk en Nederland wilde om de tocht die zijn vader in de oorlog heeft gemaakt, te volgen. Beatrice vraag hem om binnen te komen. Ze laat hem de foto’s zien van haar twee broers die allebei in de oorlog gesneuveld zijn. De ene broer, Bud, is begraven in Frankrijk. Hij is 4 dagen na D-day gesneuveld. De jongere broer, Ernest, wil vervolgens ook naar Europa om mee te vechten. Hij is echter een stuk jonger dan Bud en moet eerst een training volgen in Canada. Na een training van 6 maanden wordt hij naar Nederland gestuurd. Hij komt terecht in Beek/Ubbergen en niet ver daarvandaan sneuvelt hij. Hij wordt echter nog steeds vermist.
Beatrice laat een brief zien aan Don, die vlak na de oorlog is geschreven door een Duitse medisch korporaal, later dominee, die vertaald is in het Engels. Beatrice heeft de vertaalde brief ingelijst naast de foto van Ernest hangen. Ze wil toch wel graag weten waar haar broer begraven is. In de brief staat beschreven dat Ernest Harrison tijdens een nachtelijke expeditie in de sneeuw, gedood is door de Duitsers en door hen begraven is. Er wordt een exacte beschrijving gegeven over de plaats waar het graf van Ernest is. “Vanuit Leuth loopt een weg naar de dijk. Waar deze weg en de dijk bij elkaar komen staat de ruïne van een boerderij. In de tuin bij deze boerderij is deze Canadese soldaat begraven.” Deze boerderij is na de oorlog afgebroken en de familie heeft ongeveer 50 meter van de dijk een nieuwe boerderij neergezet.
Op 2 mei 2010 komt Don Foster met zijn gezin aan in Groesbeek. Na een bezoek aan het bevrijdingsmuseum in Groesbeek, rijden we naar Leuth. Daar krijgen we te horen dat de boer die in de herbouwde boerderij woont ernstig ziek is, dus dat is het niet mogelijk hem te bezoeken. In Leuth woont een historicus , Jan van Eck, die veel onderzoek heeft gedaan naar de geschiedenis van het gebied en gebeurtenissen in de oorlog. We gaan bij hem op bezoek. Hij blijkt ook in het bezit te zijn van de brief die beschrijft waar Ernest begraven is. Deze heeft hij ontvangen van Helen Lily, een vriendin van Beatrice. Jan vertelt dat de boer, Jan, die in de oorlog als jongeman op de oorspronkelijk boerderij aan de dijk heeft gewoond, in het dorp woont. We besluiten hem te bezoeken.
Jan is intussen 82 jaar, maar kan zich alles wat er in de oorlog gebeurd is nog goed herinneren. Hij vertelt ons dat hij 16 jaar oud was in 1944. De boerderij van zijn ouders stond voor de Duitsers op een gunstige plaats. Hij was tegen de dijk aan gebouwd en stond op een terp. De Duitsers hadden hun kanonnen op het erf geplaatst en waren in staat van daaruit over de rivier de Rijn te schieten. Ook hadden ze de schuur gevuld met munitie. Omdat de situatie erg gevaarlijk werd, werden de boer en zijn gezin, waaronder Jan, bevolen te evacueren. Zij zijn aan de andere kant van het dorp opgevangen door een andere familie en alles wat ze in de haast mee konden nemen was een grote kist, gevuld met spullen. Deze kist staat bij Jan in de woonkamer.
Een paar dagen daarna werd de boerderij geraakt en vloog alles in brand. Er bleef alleen een ruïne over. Dit klopt met de beschrijving in de brief van de Duitse dominee: Waar deze weg en de dijk bij elkaar komen staat de ruïne van een boerderij.
Op 20 oktober 1944 volgt op bevel van de Duitse Ortskommandant de verplichte evacuatie voor Leuth.
Beatrice laat een brief zien aan Don, die vlak na de oorlog is geschreven door een Duitse medisch korporaal, later dominee, die vertaald is in het Engels. Beatrice heeft de vertaalde brief ingelijst naast de foto van Ernest hangen. Ze wil toch wel graag weten waar haar broer begraven is. In de brief staat beschreven dat Ernest Harrison tijdens een nachtelijke expeditie in de sneeuw, gedood is door de Duitsers en door hen begraven is. Er wordt een exacte beschrijving gegeven over de plaats waar het graf van Ernest is. “Vanuit Leuth loopt een weg naar de dijk. Waar deze weg en de dijk bij elkaar komen staat de ruïne van een boerderij. In de tuin bij deze boerderij is deze Canadese soldaat begraven.” Deze boerderij is na de oorlog afgebroken en de familie heeft ongeveer 50 meter van de dijk een nieuwe boerderij neergezet.
Op 2 mei 2010 komt Don Foster met zijn gezin aan in Groesbeek. Na een bezoek aan het bevrijdingsmuseum in Groesbeek, rijden we naar Leuth. Daar krijgen we te horen dat de boer die in de herbouwde boerderij woont ernstig ziek is, dus dat is het niet mogelijk hem te bezoeken. In Leuth woont een historicus , Jan van Eck, die veel onderzoek heeft gedaan naar de geschiedenis van het gebied en gebeurtenissen in de oorlog. We gaan bij hem op bezoek. Hij blijkt ook in het bezit te zijn van de brief die beschrijft waar Ernest begraven is. Deze heeft hij ontvangen van Helen Lily, een vriendin van Beatrice. Jan vertelt dat de boer, Jan, die in de oorlog als jongeman op de oorspronkelijk boerderij aan de dijk heeft gewoond, in het dorp woont. We besluiten hem te bezoeken.
Jan is intussen 82 jaar, maar kan zich alles wat er in de oorlog gebeurd is nog goed herinneren. Hij vertelt ons dat hij 16 jaar oud was in 1944. De boerderij van zijn ouders stond voor de Duitsers op een gunstige plaats. Hij was tegen de dijk aan gebouwd en stond op een terp. De Duitsers hadden hun kanonnen op het erf geplaatst en waren in staat van daaruit over de rivier de Rijn te schieten. Ook hadden ze de schuur gevuld met munitie. Omdat de situatie erg gevaarlijk werd, werden de boer en zijn gezin, waaronder Jan, bevolen te evacueren. Zij zijn aan de andere kant van het dorp opgevangen door een andere familie en alles wat ze in de haast mee konden nemen was een grote kist, gevuld met spullen. Deze kist staat bij Jan in de woonkamer.
Een paar dagen daarna werd de boerderij geraakt en vloog alles in brand. Er bleef alleen een ruïne over. Dit klopt met de beschrijving in de brief van de Duitse dominee: Waar deze weg en de dijk bij elkaar komen staat de ruïne van een boerderij.
Op 20 oktober 1944 volgt op bevel van de Duitse Ortskommandant de verplichte evacuatie voor Leuth.
Leuth
Op 7 juni 1945 keren de ouders van Jan Vierboom terug naar Leuth. Het dorp Leuth is volledig geruïneerd. Niet alleen door de bombardementen maar ook door de overstroming, veroorzaakt door de Duitsers in februari 1945. Bomen, munitie, wapens, puin, van alles ligt op de straten. De familie van de boer gaat, samen met 3 andere families, tijdelijk in de melkfabriek wonen. Zij moeten daar enkele maanden blijven tot hun boerderij opnieuw opgebouwd is, zo'n 50 meter van de dijk.
In de zomer van 1945 komt de Heidemij het puin van de boerderij opruimen en wordt door hen de terp verwijderd. Er worden geen lichamen gevonden bij het ruimen. Wel worden er in de dijk langs de Rijn lichamen van Duitsers gevonden. Zij hadden zich daar in putjes ingegraven en sommige waren daar gedood en blijven zitten. Om te voorkomen dat de dijk zou verzwakken, zijn bij de dijkversterking deze lichamen verwijderd.
Jan weet niets van een Canadees die begraven zou zijn in de tuin bij de boerderij. Don wil graag weten waar de tuin precies lag en Jan vertelt dat de tuin in het verlengde van de boerderij, tegen de dijk aan lag. Om in de tuin te komen, moest je een trapje af, omdat deze niet op de terp lag, maar ernaast. Volgens Jan kon je nog jaren zien waar de tuin had gelegen. Ze hadden toentertijd twee zandpaden kruislings door de tuin lopen en links en rechts daarvan de groente verbouwd. Deze zandpaden zijn nog heel lang zichtbaar gebleven.
We trekken hieruit de conclusie, dat de tuin nooit is afgegraven en waarschijnlijk ook nooit is onderzocht op eventuele graven. Er was immers geen reden voor. Eventuele markeringen van het graf zijn waarschijnlijk weggespoeld toen het hele gebied onder water stond. Bij het afgraven van de terp was er geen aandacht besteed aan de tuin, omdat die al op dezelfde hoogte lag als het bouwland.
Jan van Eck vertelt dat er nog oude luchtfoto’s bestaan van het gebied en dat je daarop de boerderij en de omtrekken van de tuin kunt zien. We komen tot de conclusie dat het zinvol is om een officiële zoekactie in gang te zetten. Jan van Eck geeft aan dat hij contacten heeft en de benodigde stappen zal zetten.
In de zomer van 1945 komt de Heidemij het puin van de boerderij opruimen en wordt door hen de terp verwijderd. Er worden geen lichamen gevonden bij het ruimen. Wel worden er in de dijk langs de Rijn lichamen van Duitsers gevonden. Zij hadden zich daar in putjes ingegraven en sommige waren daar gedood en blijven zitten. Om te voorkomen dat de dijk zou verzwakken, zijn bij de dijkversterking deze lichamen verwijderd.
Jan weet niets van een Canadees die begraven zou zijn in de tuin bij de boerderij. Don wil graag weten waar de tuin precies lag en Jan vertelt dat de tuin in het verlengde van de boerderij, tegen de dijk aan lag. Om in de tuin te komen, moest je een trapje af, omdat deze niet op de terp lag, maar ernaast. Volgens Jan kon je nog jaren zien waar de tuin had gelegen. Ze hadden toentertijd twee zandpaden kruislings door de tuin lopen en links en rechts daarvan de groente verbouwd. Deze zandpaden zijn nog heel lang zichtbaar gebleven.
We trekken hieruit de conclusie, dat de tuin nooit is afgegraven en waarschijnlijk ook nooit is onderzocht op eventuele graven. Er was immers geen reden voor. Eventuele markeringen van het graf zijn waarschijnlijk weggespoeld toen het hele gebied onder water stond. Bij het afgraven van de terp was er geen aandacht besteed aan de tuin, omdat die al op dezelfde hoogte lag als het bouwland.
Jan van Eck vertelt dat er nog oude luchtfoto’s bestaan van het gebied en dat je daarop de boerderij en de omtrekken van de tuin kunt zien. We komen tot de conclusie dat het zinvol is om een officiële zoekactie in gang te zetten. Jan van Eck geeft aan dat hij contacten heeft en de benodigde stappen zal zetten.
De officiele kanalen
Jan van Eck vraagt aan Beatrice Messinger, de zus van Ernest, om een brief te sturen waarin ze aangeeft dat zij akkoord gaat met een onderzoek naar de begraafplaats van haar broer. Beatrice stuurt deze brief en met de overige documenten (de brief van de Duitser; luchtfoto’s van het gebied) brengt Jan een bezoek aan de burgemeester van Ubbergen, Dhr. P.G.I. Wilbers. De burgemeester is degene die verantwoordelijk is voor de voortgang en hij neemt contact op met de Bergings- en Identificatiedienst Koninklijke Landmacht. De persoon verantwoordelijk bij de Bergings- and Identificatiedienst is Dhr. Patrick van Aalderen. Dhr van Aalderen stuurt een brief naar de verantwoordelijke Canadese instanties (Veterans of Canada) met de vraag om informatie over Ernest Harrison. Op 5 juli ontvangt hij de documenten, waaronder de medische gegevens. Ook neemt hij contact op met DSRT van de KLPD.
Op 8 augustus 2010 overlijdt de zoon van Jan. We besluiten om het onderzoek even te laten rusten.
Op 8 augustus 2010 overlijdt de zoon van Jan. We besluiten om het onderzoek even te laten rusten.
Bezoek Beatrice aan Nederland
In mei 2011 komt Beatrice met haar man Bill op bezoek in Nederland. Ze doen mee aan de dodenherdenking in Beek en bezoeken het bevrijdingsfeest in Wageningen. We ontmoeten de burgemeester van Beek en Jan en zijn vrouw en ze bezoekt het Bevrijdingsmuseum in Groesbeek. Beatrice vervolgt haar bezoek aan Europa met een reis naar Frankrijk. Samen met Helen en Keith bezoeken Normandië, waar het graf van Bud is, de oudste broer van Beatrice.
Beatrice is in Nederland met haar vriendin Helen. Ze hebben elkaar ontmoet in Canada, waar Helen is getrouwd met Keith een vriend van de familie van Beatrice. Helen komt van origine uit Nederland, ze woonde tot in de 50-er jaren in Utrecht en is als jong meisje met haar ouders naar Canada geëmigreerd. Helen blijkt in haar jeugd vaak in Leuth geweest te zijn. Haar tante woonde daar en ze heeft regelmatig en ook voor langer tijd in Leuth gelogeerd bij haar tante. Zij kent Jan van Eck uit die tijd en heeft contact met hem gezocht nadat ze van Beatrice heeft gehoord over Ernest.
Helen vertelt dat haar tante soms op zondag na de hoogmis naar de dijk liep om te gaan bidden. Op haar vraag waarom ze dat deed, vertelde de tante "Ik bid voor de soldaat die daar begraven ligt, omdat zijn moeder dat niet weet dat hij daar ligt".
Zoektocht naar andere opties
Don en Beatrice nemen contact op met de National Canadian Archives, op advies van Alice, die we in Wageningen hebben ontmoet tijdens het bezoek van Beatrice. Beatrice ontvangt daarop de documenten die betrekking hebben op haar beide broers. Uit de documenten die opgestuurd zijn door de National Archives blijkt ook dat er vlak na de oorlog een zoektocht heeft plaatsgevonden naar Ernest. Bij de documenten zit veel correspondentie tussen de moeder van Ernest en de legereenheid van de Canadezen. Uit een van de antwoorden die aan de moeder van Beatrice geschreven is blijkt dat er in januari 1948 een zoektocht heeft plaatsgevonden in Nederland, waarschijnlijk naar aanleiding van de brief van de Duitse dominee Karl Missbach waarin de begraafplaats van Ernest is genoemd. In de brief staat onder andere:
"The area mentioned has been searched and enquires made, but no trace of the above-named could be located. From local information, there was a grave of a Canadian who was concentrated by the Canadians just over a year ago.
It is thought that this casualty may have been concentrated to the Canadian Cemetery at Groesbeek, as an "UNKNOWN."
Mede op basis hiervan lijkt het zinvol om te proberen meer informatie te vinden over deze zoektocht. Als Ernest inderdaad gevonden is en herbegraven, hoeft bij de boerin het land niet “overhoop” gehaald te worden.
Don probeert meer informatie te vinden over het rapport dat waarschijnlijk geschreven is naar aanleiding van het bovengenoemde onderzoek en ik probeer via de burgemeester uit te vinden of er documentatie is over een zoektocht in het (gemeentelijk of kerkelijk) archief in de gemeente Beek/Ubbergen in de periode juni 1946-juni 1947.
Misschien is er een dagboek van de burgemeester Mr. Prosper (P.M.H.) Sassen ? Misschien zijn er kranten bewaard uit die periode ? Misschien zijn er officiële documenten waaruit blijkt dat er een aanvraag is gedaan voor een opgraving ? Hieruit zou kunnen blijken of er inderdaad Canadezen in Ubbergen geweest zijn in 1946 en waar het graf van de genoemde Canadees was.
Binnen een week heb ik antwoord: Onze archiefmedewerkers hebben onderzoek gedaan naar documenten waarin mogelijk informatie te vinden zou zijn over soldaat Ernest Harrison.
Er zijn stukken gevonden uit de ambtsperiode van burgemeester Sassen, echter geen dagboekaantekeningen of iets dergelijks.
Er is in het archief van Ubbergen geen informatie te vinden die betrekking heeft op de vragen die gesteld zijn.
Don krijgt te horen dat de originele rapporten die geschreven zijn in 1948 door Stichting Gravenregistratie en Onderzoek in Nederland niet meer bestaan. Ook wordt hem meegedeeld dat er geen onbekende soldaten begraven liggen in de begraafplaatsen van Groesbeek en Holten, die gevonden zijn in de omgeving van Leuth. De zoektocht houdt hiermee nog niet op. Het International Rode Kruis heeft ook een archief. Daarin kan zijn opgenomen en beschreven door het duitse leger waar Ernest begraven is op 27 januari 1945. Dat was blijkbaar gebruikelijk in die tijd. Het zou dus nog kunnen dat Ernest in 1947 is opgegraven met hulp of medeweten van het Rode Kruis. Don heeft nog geen antwoord van hen ontvangen.
In het Nationaal Archief in Den Haag en in het Gelders Archief in Nijmegen zijn geen aanwijzingen te vinden, dat er in de omgeving van Beek/Ubbergen een militair geborgen is na de oorlog.
Het Nederlandse Rode Kruis meldt vlak voor de kerstdagen (2011), dat er in hun archief geen enkel document te vinden is waarin melding wordt gemaakt van een opgraving of herbegravenis van een soldaar in de omgeving van Nijmegen.
"The area mentioned has been searched and enquires made, but no trace of the above-named could be located. From local information, there was a grave of a Canadian who was concentrated by the Canadians just over a year ago.
It is thought that this casualty may have been concentrated to the Canadian Cemetery at Groesbeek, as an "UNKNOWN."
Mede op basis hiervan lijkt het zinvol om te proberen meer informatie te vinden over deze zoektocht. Als Ernest inderdaad gevonden is en herbegraven, hoeft bij de boerin het land niet “overhoop” gehaald te worden.
Don probeert meer informatie te vinden over het rapport dat waarschijnlijk geschreven is naar aanleiding van het bovengenoemde onderzoek en ik probeer via de burgemeester uit te vinden of er documentatie is over een zoektocht in het (gemeentelijk of kerkelijk) archief in de gemeente Beek/Ubbergen in de periode juni 1946-juni 1947.
Misschien is er een dagboek van de burgemeester Mr. Prosper (P.M.H.) Sassen ? Misschien zijn er kranten bewaard uit die periode ? Misschien zijn er officiële documenten waaruit blijkt dat er een aanvraag is gedaan voor een opgraving ? Hieruit zou kunnen blijken of er inderdaad Canadezen in Ubbergen geweest zijn in 1946 en waar het graf van de genoemde Canadees was.
Binnen een week heb ik antwoord: Onze archiefmedewerkers hebben onderzoek gedaan naar documenten waarin mogelijk informatie te vinden zou zijn over soldaat Ernest Harrison.
Er zijn stukken gevonden uit de ambtsperiode van burgemeester Sassen, echter geen dagboekaantekeningen of iets dergelijks.
Er is in het archief van Ubbergen geen informatie te vinden die betrekking heeft op de vragen die gesteld zijn.
Don krijgt te horen dat de originele rapporten die geschreven zijn in 1948 door Stichting Gravenregistratie en Onderzoek in Nederland niet meer bestaan. Ook wordt hem meegedeeld dat er geen onbekende soldaten begraven liggen in de begraafplaatsen van Groesbeek en Holten, die gevonden zijn in de omgeving van Leuth. De zoektocht houdt hiermee nog niet op. Het International Rode Kruis heeft ook een archief. Daarin kan zijn opgenomen en beschreven door het duitse leger waar Ernest begraven is op 27 januari 1945. Dat was blijkbaar gebruikelijk in die tijd. Het zou dus nog kunnen dat Ernest in 1947 is opgegraven met hulp of medeweten van het Rode Kruis. Don heeft nog geen antwoord van hen ontvangen.
In het Nationaal Archief in Den Haag en in het Gelders Archief in Nijmegen zijn geen aanwijzingen te vinden, dat er in de omgeving van Beek/Ubbergen een militair geborgen is na de oorlog.
Het Nederlandse Rode Kruis meldt vlak voor de kerstdagen (2011), dat er in hun archief geen enkel document te vinden is waarin melding wordt gemaakt van een opgraving of herbegravenis van een soldaar in de omgeving van Nijmegen.
Christine
Tot grote verrassing van Don en Beatrice zit er tussen de documenten van de National Canadian Archives ook een kopie, de Engelse vertaling, van de brief van de Duitse dominee. En op die brief staan zowel de naam van deze man, Karl Missbach, als de woonplaats, Grossolbersdorf in het oosten van Duitsland. (http://de.wikipedia.org/wiki/Kirche_Gro%C3%9Folbersdorf). De dominee blijkt in 1998 overleden te zijn, maar hij heeft een dochter, Christine, die in Bockelwitz, niet ver van Dresden woont. Tijdens een kort telefoon gesprek met Christine vertelt ze dat haar ouders de laatste jaren van hun leven bij haar gewoond hebben. Ze weet niet veel over de ervaringen van haar vader in de oorlog en was niet op de hoogte van de brief. Wel heeft ze de brief ontvangen, maar omdat ze het Engels niet begrijpt, wacht ze op haar kleindochter om het voor haar te vertalen.
Beatrice schrijft een kort briefje aan Christine, waarin ze haar vertelt dat ze haar vader al die jaren erg dankbaar is geweest omdat hij troost heeft geboden aan haar familie door het schrijven van de brief. Niet lang daarna ontvangt Beatrice een brief terug van Christine. Ze bedankt Beatrice voor haar vriendelijke woorden en vertelt dat ze meteen wist dat de brief (die door haar kleindochter voor haar vertaald is in het Duits) door haar vader geschreven is. Ze is naar zijn graf gegaan om hem het hele verhaal te vertellen. Aan het einde van de brief blijkt dat zij haar biologische vader nooit heeft gekend en geadopteerd is door Karl Missbach, die ze beschrijft als een fantastische vader.
Beatrice schrijft een kort briefje aan Christine, waarin ze haar vertelt dat ze haar vader al die jaren erg dankbaar is geweest omdat hij troost heeft geboden aan haar familie door het schrijven van de brief. Niet lang daarna ontvangt Beatrice een brief terug van Christine. Ze bedankt Beatrice voor haar vriendelijke woorden en vertelt dat ze meteen wist dat de brief (die door haar kleindochter voor haar vertaald is in het Duits) door haar vader geschreven is. Ze is naar zijn graf gegaan om hem het hele verhaal te vertellen. Aan het einde van de brief blijkt dat zij haar biologische vader nooit heeft gekend en geadopteerd is door Karl Missbach, die ze beschrijft als een fantastische vader.
Coördinaten van de tuin
In september 2011, een jaar na het overlijden van de eigenaar van het land, hebben we een ontmoeting met de boerin, Vera. Haar schoonvader, Jan is er ook bij. We praten over de oorlog, de oude boerderij, de Duitsers op zijn boerderij en de evacuatie van het gezin en hoe alles in 1944 geëxplodeerd is. De pastoor van het dorp had in die tijd een fototoestel. Hij heeft een foto gemaakt van de boerderij na de verwoesting. Hij is later vertrokken naar Brazilië. Tijdens een bezoek aan Nederland, jaren later, kreeg Jan de foto van hem.
Volgens Jan zijn de kansen klein dat er iets gevonden zal worden in het bouwland. Hij geeft daarvoor verschillende redenen.
Jan legt uit dat er nog heel veel jaren nadat de Heidemij de boerderij en de terp heeft opgeruimd, puin en andere rotzooi in het land gevonden is. Om het land schoner te maken hebben ze de hoek waar de boerderij gestaan heeft verschillende keren gewoeld. Dit wordt gedaan met een soort schop onderaan een stang, die door de klei getrokken wordt. Hoewel het land nooit dieper dan 25 to 30 cm is geploegd, gaat het woelen wel van 50 tot 70 cm diep. Als er al een graf heeft gelegen, dan is dat in ieder geval verstoord. Naast puin werd er ook veel metaal gevonden in het land. Het meeste is er met het ploegen wel uitgehaald, maar er kunnen nog steeds resten liggen. Jan is dan ook bezorgd, dat een metaaldetector vooral aangeeft waar nog rommel ligt.
Vroeger werden dode koeien begraven bij het bedrijf. Dat werd vooral aan de rand van de moestuin gedaan. Botten die gevonden worden, kunnen dus ook van koeien zijn. Ook is de exacte locatie van de tuin niet duidelijk. Het gebied zoals aangegeven in een tekening van Jan van Eck van 35 bij 40 meter lijkt te groot. Jan vraagt zich of hoe de exacte omtrek van de vroegere moestuin bepaald kan worden, ook al omdat de witte zandpaden die nog jaren te zien zijn geweest, nu ook niet meer zichtbaar zijn. De boerin voegt hieraan toe dat zij het zorgelijk vindt als er in een groot gebied gezocht gaat worden: “Wij leven van dat land en we willen geen inkomen verliezen door dit onderzoek”. Jan geeft aan dat er een groentetuin was, die liep tot ongeveer het midden van de varkensstal. Vervolgens was er een bleek en daar meteen tegenaan stond een rij kwetsenbomen. Dit is ook duidelijk te zien op de luchtfoto.
Patric vertelt dat er door de politie een nieuwe techniek gebruikt wordt, GIS genaamd. Ze gebruiken daarbij oude foto’s, kadaster tekeningen en recente luchtfoto’s van het gebied (zoals google earth). Gebaseerd op al deze kaarten, kunnen ze, door ze op elkaar te plaatsen precies aangeven waar de tuin gelegen heeft. Hij heeft een tekening van het kadaster van 1894 en een luchtfoto van de boerderij waarop de tuin duidelijk te zien is. Hij zal in overleg met de KLPD de coördinaten van de tuin gaan bepalen.
Vlak voor de kerstdagen ontvang ik bericht van Patric, dat ze de coördinaten van de tuin bepaald hebben. Het gebied is 25 bij 25 meter. Het wachten is nu op vorst in de grond, omdat het land erg nat is en al geploegd. Het maken van 'sorties' met de grondradar is makkelijker als de grond bevroren is.
Volgens Jan zijn de kansen klein dat er iets gevonden zal worden in het bouwland. Hij geeft daarvoor verschillende redenen.
Jan legt uit dat er nog heel veel jaren nadat de Heidemij de boerderij en de terp heeft opgeruimd, puin en andere rotzooi in het land gevonden is. Om het land schoner te maken hebben ze de hoek waar de boerderij gestaan heeft verschillende keren gewoeld. Dit wordt gedaan met een soort schop onderaan een stang, die door de klei getrokken wordt. Hoewel het land nooit dieper dan 25 to 30 cm is geploegd, gaat het woelen wel van 50 tot 70 cm diep. Als er al een graf heeft gelegen, dan is dat in ieder geval verstoord. Naast puin werd er ook veel metaal gevonden in het land. Het meeste is er met het ploegen wel uitgehaald, maar er kunnen nog steeds resten liggen. Jan is dan ook bezorgd, dat een metaaldetector vooral aangeeft waar nog rommel ligt.
Vroeger werden dode koeien begraven bij het bedrijf. Dat werd vooral aan de rand van de moestuin gedaan. Botten die gevonden worden, kunnen dus ook van koeien zijn. Ook is de exacte locatie van de tuin niet duidelijk. Het gebied zoals aangegeven in een tekening van Jan van Eck van 35 bij 40 meter lijkt te groot. Jan vraagt zich of hoe de exacte omtrek van de vroegere moestuin bepaald kan worden, ook al omdat de witte zandpaden die nog jaren te zien zijn geweest, nu ook niet meer zichtbaar zijn. De boerin voegt hieraan toe dat zij het zorgelijk vindt als er in een groot gebied gezocht gaat worden: “Wij leven van dat land en we willen geen inkomen verliezen door dit onderzoek”. Jan geeft aan dat er een groentetuin was, die liep tot ongeveer het midden van de varkensstal. Vervolgens was er een bleek en daar meteen tegenaan stond een rij kwetsenbomen. Dit is ook duidelijk te zien op de luchtfoto.
Patric vertelt dat er door de politie een nieuwe techniek gebruikt wordt, GIS genaamd. Ze gebruiken daarbij oude foto’s, kadaster tekeningen en recente luchtfoto’s van het gebied (zoals google earth). Gebaseerd op al deze kaarten, kunnen ze, door ze op elkaar te plaatsen precies aangeven waar de tuin gelegen heeft. Hij heeft een tekening van het kadaster van 1894 en een luchtfoto van de boerderij waarop de tuin duidelijk te zien is. Hij zal in overleg met de KLPD de coördinaten van de tuin gaan bepalen.
Vlak voor de kerstdagen ontvang ik bericht van Patric, dat ze de coördinaten van de tuin bepaald hebben. Het gebied is 25 bij 25 meter. Het wachten is nu op vorst in de grond, omdat het land erg nat is en al geploegd. Het maken van 'sorties' met de grondradar is makkelijker als de grond bevroren is.
Onderzoek afgerond ?
In januari, februari en maart 2012 wordt er onderzoek verricht in het door de GIS bepaald gebied. Er zij piketpaaltjes beplaatst om het gebied te markeren.
In september komt het volgende bericht van de burgemeester:
"Ik heb het rapport inderdaad binnen. Je mag het van mij hebben en meenemen. Ik moet alleen met Patrick nog overleggen over de openbaarheid van het rapport en enkele onduidelijkheden bespreken.
Ik begrijp uit de rapportage dat de kans dat er nog iets gevonden wordt van Ernest uiterst gering is. De boerderij is als munitiedepot gebruikt en ontploft c.q. opgeblazen. Metaal is verspreid over het hele gebied. Detecteren
heeft geen zin. Bovendien is er bij het wegruimen van de restanten van de boerderij diep gegraven en later diep geploegd, zodat lichaamsresten over een groot gebied verspreid zouden kunnen zijn (áls hij inderdaad daar begraven
was/is). De optie om een groot deel van het gebied twee meter diep af te graven, lijkt mij geen reële.
Er is nog geen definitief besluit genomen, maar ik zie het somber in. De enige troost is dat de familie nu gezien heeft, waar hij is gestorven en begraven heeft gelegen."
In september komt het volgende bericht van de burgemeester:
"Ik heb het rapport inderdaad binnen. Je mag het van mij hebben en meenemen. Ik moet alleen met Patrick nog overleggen over de openbaarheid van het rapport en enkele onduidelijkheden bespreken.
Ik begrijp uit de rapportage dat de kans dat er nog iets gevonden wordt van Ernest uiterst gering is. De boerderij is als munitiedepot gebruikt en ontploft c.q. opgeblazen. Metaal is verspreid over het hele gebied. Detecteren
heeft geen zin. Bovendien is er bij het wegruimen van de restanten van de boerderij diep gegraven en later diep geploegd, zodat lichaamsresten over een groot gebied verspreid zouden kunnen zijn (áls hij inderdaad daar begraven
was/is). De optie om een groot deel van het gebied twee meter diep af te graven, lijkt mij geen reële.
Er is nog geen definitief besluit genomen, maar ik zie het somber in. De enige troost is dat de familie nu gezien heeft, waar hij is gestorven en begraven heeft gelegen."
Dierenbotten en metaal.
Uit het rapport blijkt dat op 8 februari 2012 grondpiketten zijn geslagen op de vastgestelde coordinaten van de voormalige tuin. Tijdens deze werkzaamheden is ook bepaald dat de inzet van een grondradar niet mogelijk is, omdat deze alleen op een harde en vlakke ondergrond werkt.
Vervolgens is op 28 februari 2012 met detectoren op het terrein gezocht naar uitslagen die mogelijk interessant zouden zijn. Er is in de lijn noord-zuid en oost-west gelopen. In de grond bleken, zoals Jan Vierboom reeds verklaarde, zoveel metalen te zitten dat deze optie ook geen mogelijkheid bood. Er werden op zicht enkele dierenbotten gevonden en een diversiteit aan klein kaliber munitie uit de Tweede
Wereldoorlog (zie bij 'Pictures'). Het veldonderzoek werd daarom afgerond op deze datum.
Vervolgens is op 28 februari 2012 met detectoren op het terrein gezocht naar uitslagen die mogelijk interessant zouden zijn. Er is in de lijn noord-zuid en oost-west gelopen. In de grond bleken, zoals Jan Vierboom reeds verklaarde, zoveel metalen te zitten dat deze optie ook geen mogelijkheid bood. Er werden op zicht enkele dierenbotten gevonden en een diversiteit aan klein kaliber munitie uit de Tweede
Wereldoorlog (zie bij 'Pictures'). Het veldonderzoek werd daarom afgerond op deze datum.
Onderzoek afgerond - geen overtuigend en sluitend bewijs
Het Onderzoeksrapport
Conclusies en aanbevelingen
Het doel van het onderzoek was om op verzoek van mevrouw Beatrice Messinger, op basis van historisch, archief, desktop en veldonderzoek vast te stellen of de vermiste Canadese militair, private Ernest David Harrison, nog in zijn veldgraf zou kunnen liggen in de voormalige tuin van de in 1946 afgebroken Dijkhoeve. Ook jarenlange speculaties omtrent de eventuele aanwezigheid van menselijke resten op deze bewuste locatie zouden mogelijk kunnen worden beëindigd.
Op basis van het uitvoerige onderzoek van de BIDKL ka, met de huidige ter beschikking staande technieken, geen
overtuigend en sluitend bewijs worden geleverd betreffende de aanwezigheid van het veldgraf van de menselijke resten van Private Ernest David Harrison in de tuin van de voormalige Dijkhoeve te Leuth. Dit kan alleen worden uitgesloten door deze tuin af te graven tot op de oergrond. De oppervlakte is namelijk te groot om handmatig door te zoeken. Speculaties kunnen ook niet worden beëindigd. Het is aan de burgemeester om over te gaan tot een eventueel vervolg onderzoek.
Het doel van het onderzoek was om op verzoek van mevrouw Beatrice Messinger, op basis van historisch, archief, desktop en veldonderzoek vast te stellen of de vermiste Canadese militair, private Ernest David Harrison, nog in zijn veldgraf zou kunnen liggen in de voormalige tuin van de in 1946 afgebroken Dijkhoeve. Ook jarenlange speculaties omtrent de eventuele aanwezigheid van menselijke resten op deze bewuste locatie zouden mogelijk kunnen worden beëindigd.
Op basis van het uitvoerige onderzoek van de BIDKL ka, met de huidige ter beschikking staande technieken, geen
overtuigend en sluitend bewijs worden geleverd betreffende de aanwezigheid van het veldgraf van de menselijke resten van Private Ernest David Harrison in de tuin van de voormalige Dijkhoeve te Leuth. Dit kan alleen worden uitgesloten door deze tuin af te graven tot op de oergrond. De oppervlakte is namelijk te groot om handmatig door te zoeken. Speculaties kunnen ook niet worden beëindigd. Het is aan de burgemeester om over te gaan tot een eventueel vervolg onderzoek.
Water als wapen in Ooijpolder en Duffelt - nov '44 - feb ´45, door Hans van der Wiel
Dijkhoeve of Grada hoeve
Hans van der Wiel heeft in 2018 het boek "Water als wapen in Ooijpolder en Duffelt" gepubliceerd waarin hij schrijft over operatie "Veritable”, de strijd in het gebied tussen Kleve-Nijmegen, en de rivieren Rijn en Waal. Zijn focus is op het gebruik van water als wapen.
In het boek Ernest en onze zoektocht naar hem wordt ook vermeld. Er staat dat onze conclusie is gebaseerd op de brief van Karl Missbach: Harrison werd begraven in de tuin van de Dijkhoeve (de boerderij van Vierboom) op de kruising van de Steenheuvelsestraat en de Duffeltdijk. In de brief van Missbach staat: “Van Leuth loopt een weg naar een andere weg die langs de dijk loopt die is aangelegd als bescherming tegen de Rijn. Op deze plek, waar deze twee wegen samenkomen, liggen de ruïnes van een boerderij. In de tuin van die verwoeste boerderij is je zoon begraven. "
Volgens van der Wiel hoeven de twee genoemde wegen niet per se de Erlecomseweg (Duffeltdijk) en de Steenheuvelsestraat te zijn, waar de ruïnes van de Dijkhoeve lagen (rode cirkel). Deze twee wegen zouden ook de Breestraat (tegenwoordig Bredestraat) kunnen zijn en de onverharde weg aan de overkant richting de Erlecomsdam en via die dam naar de steenfabriek De Kiefwaard. Hier stonden de ruïnes van de huidige Grada hoeve (groene cirkel).
De ruïnes van Dijkhoeve lagen aan de overkant van de letter H van de Heuvelse straat (rode cirkel). De ruïnes van Grada hoeve bevonden zich links van de markering 10,5 (groene cirkel).
Echter: als Ernest inderdaad begraven was op de Grada hoeve, zou Karl Missbach die het graf bezocht niet iets hebben geschreven in de trant van "tussen de twee uitgaande wegen van Leuth ligt de ruïne van een boerderij en daar is het graf van je zoon".
Hans van der Wiel heeft in 2018 het boek "Water als wapen in Ooijpolder en Duffelt" gepubliceerd waarin hij schrijft over operatie "Veritable”, de strijd in het gebied tussen Kleve-Nijmegen, en de rivieren Rijn en Waal. Zijn focus is op het gebruik van water als wapen.
In het boek Ernest en onze zoektocht naar hem wordt ook vermeld. Er staat dat onze conclusie is gebaseerd op de brief van Karl Missbach: Harrison werd begraven in de tuin van de Dijkhoeve (de boerderij van Vierboom) op de kruising van de Steenheuvelsestraat en de Duffeltdijk. In de brief van Missbach staat: “Van Leuth loopt een weg naar een andere weg die langs de dijk loopt die is aangelegd als bescherming tegen de Rijn. Op deze plek, waar deze twee wegen samenkomen, liggen de ruïnes van een boerderij. In de tuin van die verwoeste boerderij is je zoon begraven. "
Volgens van der Wiel hoeven de twee genoemde wegen niet per se de Erlecomseweg (Duffeltdijk) en de Steenheuvelsestraat te zijn, waar de ruïnes van de Dijkhoeve lagen (rode cirkel). Deze twee wegen zouden ook de Breestraat (tegenwoordig Bredestraat) kunnen zijn en de onverharde weg aan de overkant richting de Erlecomsdam en via die dam naar de steenfabriek De Kiefwaard. Hier stonden de ruïnes van de huidige Grada hoeve (groene cirkel).
De ruïnes van Dijkhoeve lagen aan de overkant van de letter H van de Heuvelse straat (rode cirkel). De ruïnes van Grada hoeve bevonden zich links van de markering 10,5 (groene cirkel).
Echter: als Ernest inderdaad begraven was op de Grada hoeve, zou Karl Missbach die het graf bezocht niet iets hebben geschreven in de trant van "tussen de twee uitgaande wegen van Leuth ligt de ruïne van een boerderij en daar is het graf van je zoon".
Locatie van het graf
Van der Wiel vond een situatieschets met aantekeningen van de locatie van graven van geallieerde soldaten in de gemeente Ubbergen.
“Het archief van Ubbergen bevat gegevens over geallieerde en Duitse graven. Daarnaast is er een kaart van de Militaire Politie in Beek met de graven van de geallieerde soldaten. Bij de voormalige Dijkhoeve is geen graf getekend, maar in het noordoosten ligt wel een graf. ”
“Op nr. 3 stond een houten kruis met het opschrift: “Hier ruht ein unbekannter kanadischer Soldat”. In een begeleidende brief van Wachtmeester Antoon aan de Groepscommandant van de Ubbergen Groep staat onder meer dat grafnr. 3 was geruimd in oktober 1945 door de Amerikaanse soldaten. Het is duidelijk dat de Canadese soldaat Harrison de onbekende soldaat is. Hij is waarschijnlijk als onbekend begraven in Groesbeek."
Karl Missbach bezocht het graf en wist de naam van Ernest. De vraag is dan ook: waarom had de inscriptie zijn naam niet, maar stond er in plaats daarvan "Een onbekende Canadese soldaat rust hier". In 1945 werd graf 3 samen met graf 5 door de Amerikaanse begrafenisdienst ontruimd. Kunnen we niet concluderen dat in beide graven Amerikaanse soldaten zijn begraven die waarschijnlijk naar Margraten zijn overgebracht. Als graf 3 voor een Canadese of Britse soldaat was geweest, dan zou de CWGC dit op onze vraag hebben gevonden, maar er kwam negatief nieuws over een onbekende soldaat uit Leuth.
Van der Wiel vond een situatieschets met aantekeningen van de locatie van graven van geallieerde soldaten in de gemeente Ubbergen.
“Het archief van Ubbergen bevat gegevens over geallieerde en Duitse graven. Daarnaast is er een kaart van de Militaire Politie in Beek met de graven van de geallieerde soldaten. Bij de voormalige Dijkhoeve is geen graf getekend, maar in het noordoosten ligt wel een graf. ”
“Op nr. 3 stond een houten kruis met het opschrift: “Hier ruht ein unbekannter kanadischer Soldat”. In een begeleidende brief van Wachtmeester Antoon aan de Groepscommandant van de Ubbergen Groep staat onder meer dat grafnr. 3 was geruimd in oktober 1945 door de Amerikaanse soldaten. Het is duidelijk dat de Canadese soldaat Harrison de onbekende soldaat is. Hij is waarschijnlijk als onbekend begraven in Groesbeek."
Karl Missbach bezocht het graf en wist de naam van Ernest. De vraag is dan ook: waarom had de inscriptie zijn naam niet, maar stond er in plaats daarvan "Een onbekende Canadese soldaat rust hier". In 1945 werd graf 3 samen met graf 5 door de Amerikaanse begrafenisdienst ontruimd. Kunnen we niet concluderen dat in beide graven Amerikaanse soldaten zijn begraven die waarschijnlijk naar Margraten zijn overgebracht. Als graf 3 voor een Canadese of Britse soldaat was geweest, dan zou de CWGC dit op onze vraag hebben gevonden, maar er kwam negatief nieuws over een onbekende soldaat uit Leuth.
Luchtfoto-interpretatie: Harrison & Luloff ?
Van der Wiel deed ook een ruimtelijke foto-interpretatie. “Een foto van 24 december toont een zwakke lichtvlek aan de oostkant van de huidige Grada Hoeve. Op een luchtfoto van 15 maart 1945 is dezelfde plek te zien, evenals een nieuwe plek aan de westkant van de boerderijruïne. Als deze plekken iets te maken hebben met begraven Canadezen, kan Harrison de eerste plek niet zijn. Hij stierf pas op 27 januari 1945. Het zou dan een andere begraven soldaat kunnen zijn (Luloff, vermist sinds 14 december). De tweede patch zou het graf van Harrison kunnen zijn. De Duitse ziekenhuisofficier kende maar één graf. Het andere graf was niet of niet goed gemarkeerd. Het bovenstaande heeft speculatieve elementen, maar is het zoeken waard. Vier onbekende soldaten van het Canadese leger liggen begraven in Groesbeek en één op Jonkerbos War Cemetery. Harrison is een van deze vijf soldaten. Mogelijk is Luloff nog bij Grada Hoeve."
Er waren ook Amerikaanse soldaten begraven in het Leuth gebied; de tweede patch hoeft niet Ernest te zijn, het kan net zo goed een Amerikaanse soldaat geweest zijn. Daarnaast is het de vraag of het echt mogelijk is om veldgraven op zulke oude luchtfoto's te herkennen.
Wat kan onze volgende stap zijn?
Van der Wiel heeft misschien gelijk over Ernest's begraafplaats aan de Grada hoeve, vooral als we terugkijken op wat Vierboom ons vertelde: hij heeft nooit menselijke resten gevonden in het veld waar de boerderij stond, ook al had hij behoorlijk diep in de grond geploegd. Maar we kunnen evengoed gelijk kunnen hebben met de aanname van onze locatie aan de Dijkhoeve. Wij hadden ook ontdekt dat de Amerikanen een graf hadden ontruimd maar niet bij de Dijkhoeve, dat zou bij de Grada Hoeve kunnen zijn, maar was dit Ernest ?.
Philip Reinders (https://www.missingsoldiersinthenetherlands40-45.com/), die in Nederland al een aantal jaren bezig is de zoektocht naar vermiste soldaten, bekeek ook het dossier van Ernest en ging na of er ergens een onbekende soldaat begraven ligt die mogelijk een link heeft met Ernest. Helaas is er geen onbekende soldaat geregistreerd die is opgegraven in het Leuthgebied, noch op Jonkerbos, Groesbeek, Holten of enige andere begraafplaats, voor zover hij heeft kunnen nagaan. Hij kon zelfs geen onbekende Amerikaanse soldaat vinden die uit het Leuth-gebied komt.
Van der Wiel deed ook een ruimtelijke foto-interpretatie. “Een foto van 24 december toont een zwakke lichtvlek aan de oostkant van de huidige Grada Hoeve. Op een luchtfoto van 15 maart 1945 is dezelfde plek te zien, evenals een nieuwe plek aan de westkant van de boerderijruïne. Als deze plekken iets te maken hebben met begraven Canadezen, kan Harrison de eerste plek niet zijn. Hij stierf pas op 27 januari 1945. Het zou dan een andere begraven soldaat kunnen zijn (Luloff, vermist sinds 14 december). De tweede patch zou het graf van Harrison kunnen zijn. De Duitse ziekenhuisofficier kende maar één graf. Het andere graf was niet of niet goed gemarkeerd. Het bovenstaande heeft speculatieve elementen, maar is het zoeken waard. Vier onbekende soldaten van het Canadese leger liggen begraven in Groesbeek en één op Jonkerbos War Cemetery. Harrison is een van deze vijf soldaten. Mogelijk is Luloff nog bij Grada Hoeve."
Er waren ook Amerikaanse soldaten begraven in het Leuth gebied; de tweede patch hoeft niet Ernest te zijn, het kan net zo goed een Amerikaanse soldaat geweest zijn. Daarnaast is het de vraag of het echt mogelijk is om veldgraven op zulke oude luchtfoto's te herkennen.
Wat kan onze volgende stap zijn?
Van der Wiel heeft misschien gelijk over Ernest's begraafplaats aan de Grada hoeve, vooral als we terugkijken op wat Vierboom ons vertelde: hij heeft nooit menselijke resten gevonden in het veld waar de boerderij stond, ook al had hij behoorlijk diep in de grond geploegd. Maar we kunnen evengoed gelijk kunnen hebben met de aanname van onze locatie aan de Dijkhoeve. Wij hadden ook ontdekt dat de Amerikanen een graf hadden ontruimd maar niet bij de Dijkhoeve, dat zou bij de Grada Hoeve kunnen zijn, maar was dit Ernest ?.
Philip Reinders (https://www.missingsoldiersinthenetherlands40-45.com/), die in Nederland al een aantal jaren bezig is de zoektocht naar vermiste soldaten, bekeek ook het dossier van Ernest en ging na of er ergens een onbekende soldaat begraven ligt die mogelijk een link heeft met Ernest. Helaas is er geen onbekende soldaat geregistreerd die is opgegraven in het Leuthgebied, noch op Jonkerbos, Groesbeek, Holten of enige andere begraafplaats, voor zover hij heeft kunnen nagaan. Hij kon zelfs geen onbekende Amerikaanse soldaat vinden die uit het Leuth-gebied komt.