
Pte. Harrison, Ernest D. K2612
Canadian Scottish Regiment R.C.I.C.
3rd Canadian Infantry Division
Missing in Action
Canadian Scottish Regiment R.C.I.C.
3rd Canadian Infantry Division
Missing in Action

Gedurende WO II is Ernest Harrison soldaat in het Canadian Scottish
Regiment. Voorafgaand aan de grote bevrijdingsactie van de
Duffelt en het Rijnland - via “Operatie Veritable” - moeten de vijandelijke
linies in de Ooijpolder worden verkend. Daartoe wordt in de nacht van 27 op 28
januari 1945 een verkenningsoperatie uitgevoerd. Eén van de verkenners bij die
operatie is Ernest. Het is een heldere, maanverlichte nacht en het landschap is
bedekt met ’n laagje sneeuw. Hier – in de Erlecomse polder- worden ze ontdekt.
Soldaat Dunn vertelt erover in zijn verslag naderhand:
Soldaat Dunn vertelt erover in zijn verslag naderhand:

Ernest
en Sgt. MacDonald zijn vermist. In de nacht van 7 februari 1945, wordt het dorp
Leuth bevrijd door de Canadezen. Enkele dagen later bombarderen de Duitsers de
Erlecomse en Kapittel dijken en Leuth wordt overspoeld. De Canadezen moeten
gered worden door amfibische 'Buffalo’s’

Niemand weet waar Ernest is tot ongeveer 21 februari 1945. Dit werd
geciteerd uit een brief van kolonel HM Urquhart aan de moeder van Ernest op 17
april 1945:
Op 16 juni 1947 ontvangt de moeder van Ernest een brief van een Duitse
dominee, Karl Missbach. Hij was een verpleger tijdens de oorlog. In deze brief
beschrijft hij waar het graf van Ernest ligt.

Op 10 november 1947 wordt een
verzoek geïnitieerd door de Director of Records, Department of National
Defence, Ottawa aan de Nederlandse Gravendienst om een onderzoek uit te voeren.
Op 8 januari 1948 is het antwoord van de Gravendienst :
Op 8 januari 1948 is het antwoord van de Gravendienst :
Juni 2009, wordt de zoektocht opnieuw gestart door de zus van Ernest,
Beatrice Messinger, met bezoeken ter plaatse in mei 2010 en mei 2011.
Op 21 september 2011 stuurt de CWGC Archives Supervisor het volgende:
“…… helaas, ik kan niets vinden in ons archief dat betrekking lijkt te hebben op een graf dat is teruggevonden in de buurt van Leuth. Ik controleerde ook het handjevol opgravingsrapporten die wij vanHolten en Groesbeek hebben, maar deze geven ook geen verwijzing naar Leuth. "
Op 28 februari 2012 wordt een onderzoek met een metaaldetector gedaan, in het gebied aangegeven door Karl Missbach, door de Bergings- en Identificatiedienst van de Koninklijke Landmacht, maar er wordt geen overtuigend en sluitend bewijs gevonden.
Op 21 september 2011 stuurt de CWGC Archives Supervisor het volgende:
“…… helaas, ik kan niets vinden in ons archief dat betrekking lijkt te hebben op een graf dat is teruggevonden in de buurt van Leuth. Ik controleerde ook het handjevol opgravingsrapporten die wij vanHolten en Groesbeek hebben, maar deze geven ook geen verwijzing naar Leuth. "
Op 28 februari 2012 wordt een onderzoek met een metaaldetector gedaan, in het gebied aangegeven door Karl Missbach, door de Bergings- en Identificatiedienst van de Koninklijke Landmacht, maar er wordt geen overtuigend en sluitend bewijs gevonden.