Market Garden
De Dijkhoeve
Op 17 september 1944 (Market Garden) landden de Amerikanen en Britten in Nederland en zij bestookten het gebied ten zuidoosten van Nijmegen vanuit het Noorden. Na Market Garden komt Leuth vol in de frontlinie te liggen. De Duitsers hadden kanonnen bij de boerderij De Dijkhoeve geplaatst, en ook de schuur gevuld met munitie. Omdat de situatie erg gevaarlijk werd, werden de boer en zijn gezin bevolen te evacueren. Zij zijn aan de andere kant van het dorp Leuth opgevangen door een andere familie en alles wat ze in de haast mee konden nemen was een grote kist, gevuld met spullen. Een paar dagen daarna werd de boerderij geraakt en vloog alles in brand. Er bleef alleen een ruïne over.
Op 20 oktober volgt op bevel van de Duitse Ortskommandant de verplichte evacuatie voor Leuth. Dit betekende voor de burgers dat zij met de spullen die ze konden dragen over het voerveer bij Millingen aan de Rijn de rivier moesten oversteken. De boeren mochten een paard en wagen meenemen en zij moesten oversteken bij Emmerich. Niemand, behalve de pastoor, mocht blijven. Maar de pastoor ging ook weg, hij zei: " Waar de schapen gaan, gaat ook de herder.
Op 17 september 1944 (Market Garden) landden de Amerikanen en Britten in Nederland en zij bestookten het gebied ten zuidoosten van Nijmegen vanuit het Noorden. Na Market Garden komt Leuth vol in de frontlinie te liggen. De Duitsers hadden kanonnen bij de boerderij De Dijkhoeve geplaatst, en ook de schuur gevuld met munitie. Omdat de situatie erg gevaarlijk werd, werden de boer en zijn gezin bevolen te evacueren. Zij zijn aan de andere kant van het dorp Leuth opgevangen door een andere familie en alles wat ze in de haast mee konden nemen was een grote kist, gevuld met spullen. Een paar dagen daarna werd de boerderij geraakt en vloog alles in brand. Er bleef alleen een ruïne over.
Op 20 oktober volgt op bevel van de Duitse Ortskommandant de verplichte evacuatie voor Leuth. Dit betekende voor de burgers dat zij met de spullen die ze konden dragen over het voerveer bij Millingen aan de Rijn de rivier moesten oversteken. De boeren mochten een paard en wagen meenemen en zij moesten oversteken bij Emmerich. Niemand, behalve de pastoor, mocht blijven. Maar de pastoor ging ook weg, hij zei: " Waar de schapen gaan, gaat ook de herder.
Ernest
Soldaat Ernest Harrison is in de winter van 1944-45 gesneuveld. Er lag sneeuw. Volgens het dagboek van de Canadezen werd er in de nacht van 26-27 januari 1945 een patrouille uitgestuurd om de vijandelijke linies in kaart te brengen. Er gaan 4 soldaten op pad en na korte tijd geeft de Sergeant aan dat hij en Ernest verder het vijandelijke gebied in zullen trekken en dat de andere twee maximaal een uur moeten wachten op hun terugkomst. Kort daarna begint er een vuurgevecht waarbij de 2 achtergebleven soldaten in de vuurlinie liggen. Ze besluiten zich zo snel mogelijk terug te trekken en omdat de beide anderen niet terugkeren, gaan ze terug naar het basiskamp en melden daar wat er gebeurd is. Hiervan wordt een rapport opgemaakt en aan Canada wordt doorgegeven dat er 2 personen missing in action zijn.
In het dagboek van de Canadezen is de afgebeelde kaart te vinden, gemaakt tussen 28 januari en 2 februari 1945.
Verklaring bij de kaart: De twee rode pijlen bij Eindjeshof zijn machinegeweren. De cirkels op de kaart geven een goed beeld van de volgende locaties:
1. Rode cirkel linksboven: De commandopost van de Canadezen.
2. Een roze cirkel: dat punt heet “Alfred”
3. Een groene cirkel: de plaats waar de Canadese patrouille beschoten is.
4. De zalmkleurige cirkel: de boerderij met de waarschijnlijke begraafplaats van soldaat Ernest Harrison.
Op 7 februari 1945 wordt de druk op de Duitsers erg groot en besluiten zij om de dijken door de steken. Het gevolg daarvan is, dat het hele gebied onder water komt te staan. Dit betekende ook, dat als er markeringen aangebracht zijn bij het graf van Ernest, deze waarschijnlijk door het water weggespoeld zijn, vooral ook omdat de boerderij in een hoek tussen de weg en de dijk lag, waar het water rondgedraaid kan hebben. Op 8 februari startte Operatie Veritable.
In het dagboek van de Canadezen is de afgebeelde kaart te vinden, gemaakt tussen 28 januari en 2 februari 1945.
Verklaring bij de kaart: De twee rode pijlen bij Eindjeshof zijn machinegeweren. De cirkels op de kaart geven een goed beeld van de volgende locaties:
1. Rode cirkel linksboven: De commandopost van de Canadezen.
2. Een roze cirkel: dat punt heet “Alfred”
3. Een groene cirkel: de plaats waar de Canadese patrouille beschoten is.
4. De zalmkleurige cirkel: de boerderij met de waarschijnlijke begraafplaats van soldaat Ernest Harrison.
Op 7 februari 1945 wordt de druk op de Duitsers erg groot en besluiten zij om de dijken door de steken. Het gevolg daarvan is, dat het hele gebied onder water komt te staan. Dit betekende ook, dat als er markeringen aangebracht zijn bij het graf van Ernest, deze waarschijnlijk door het water weggespoeld zijn, vooral ook omdat de boerderij in een hoek tussen de weg en de dijk lag, waar het water rondgedraaid kan hebben. Op 8 februari startte Operatie Veritable.
Operatie Veritable
Operatie Veritable was een militaire operatie van de Britse 21e Legergroep onder leiding van veldmaarschalk Bernard Montgomery tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het was de noordelijke helft van een tangbeweging om het gebied tussen de Roer en de Rijn te bevrijden. De operatie vond plaats tussen 8 februari en 11 maart 1945. De geallieerden verloren hierbij 23.000 manschappen. (Fowler, T. Robert (1995). Operation Veritable / http://www.operation-veritable.com/. The 3rd Canadian Infantry Division in the Rhineland. General Store Publishing House.)
In het boek “De gemeente Ubbergen in de frontlinie” staat het volgende geschreven:
“De Canadese divisie die begin februari de opdracht had gekregen om het gebied langs de Rijn op te ruimen, had geen makkelijk taak.
Toen ze in de buurt kwamen van het dorpje Leuth, gebruikten de Duitsers opnieuw het water als hun bondgenoot en werden de dijken in de nacht doorgestoken, zo dat de hele polder “De Duffelt” , die liep van Leuth – Kekerdom – Millingen tot aan de heuvelachtige gebieden van Rijkswoud en Kleef (Kleve), onder water stond. Dit kon echter niet de voortgang van de bevrijdingstroepen voorkomen. De amfibie voertuigen werden gebruikt om de gestrande Canadezen uit hun stressvolle positie te bevrijden in deze wilde binnenlandse zee. “
In april 1945 worden de bewoners van het gebied weer toegelaten. Het dorp Leuth is volledig geruïneerd. Bomen, munitie, wapens, puin, van alles ligt op de straten.
In het boek “De gemeente Ubbergen in de frontlinie” staat het volgende geschreven:
“De Canadese divisie die begin februari de opdracht had gekregen om het gebied langs de Rijn op te ruimen, had geen makkelijk taak.
Toen ze in de buurt kwamen van het dorpje Leuth, gebruikten de Duitsers opnieuw het water als hun bondgenoot en werden de dijken in de nacht doorgestoken, zo dat de hele polder “De Duffelt” , die liep van Leuth – Kekerdom – Millingen tot aan de heuvelachtige gebieden van Rijkswoud en Kleef (Kleve), onder water stond. Dit kon echter niet de voortgang van de bevrijdingstroepen voorkomen. De amfibie voertuigen werden gebruikt om de gestrande Canadezen uit hun stressvolle positie te bevrijden in deze wilde binnenlandse zee. “
In april 1945 worden de bewoners van het gebied weer toegelaten. Het dorp Leuth is volledig geruïneerd. Bomen, munitie, wapens, puin, van alles ligt op de straten.
Karl Missbach
Op 16 oktober 1947 ontvangt de Canadese War Services Records een brief van een Duitse dominee, Karl Missbach uit Grossolbersdorf. De brief wordt vertaald in het Engels en doorgestuurd naar de moeder van Ernest. In de brief staat beschreven dat Ernest tijdens een nachtelijke expeditie in de sneeuw, gedood is door de Duitsers en door hen begraven is. Er wordt een exacte beschrijving gegeven over de plaats waar het graf van Ernest is.
“In de buurt van Nijmegen, Holland, ligt een klein Duits dorp Kranenburg, vanwaar niet een plaatsje ligt met de naarm Leuth. Vanuit deze plaats Leuth loopt een weg naar een andere weg die over de dijk loopt, die gebouwd is als verdediging tegen overstromingen van de Rijn. Op deze plaats, waar de twee wegen bij elkaar komen, staat de ruïne van een boerderij en in de tuin bij deze boerderij is uw zoon begraven.” Naar aanleiding van deze brief wordt er een verzoek gestuurd naar The Under Secretary of State van de War Office in Londen om nader onderzoek te verrichten naar Ernest Harrison, die nog steeds Mising in Action is. Het verzoek wordt doorgestuurd heeft naar Graves Registration and Enquiries waarna het verstuurd wordt naar Graves Registration Services in Nederland.
Op 8 januari 1948 stuurt de directeur van Graves Resistration and Enquiries een antwoord terug. Dat wordt geciteerd in een brief aan de moeder en daarin staat:
"Het genoemde gebied is doorzocht en er is navraag gedaan, maar er is geen spoor van de hierboven genoemde gevonden. Volgens lokale informatie was er een graf van een Canadees, dat iets meer dan een jaar geleden door de Canadezen werd geborgen. Het is waarschijnlijk dat dit slachtoffer op de Canadese begraafplaats in Groesbeek is begraven als een "onbekende soldaat".
Deze informatie wordt gecommuniceerd naar de moeder van Ernest, Mrs. Dorothy Harrison. De directeur schreef in zijn antwoord: "Het is jammer dat het noodzakelijk is om zo'n een onbevredigend antwoord te geven, maar indien er in de toekomst ooit aanvullende informatie bij de afdeling terecht komt, dan zal dit onmiddellijk verzonden worden naar de nabestaanden."
“In de buurt van Nijmegen, Holland, ligt een klein Duits dorp Kranenburg, vanwaar niet een plaatsje ligt met de naarm Leuth. Vanuit deze plaats Leuth loopt een weg naar een andere weg die over de dijk loopt, die gebouwd is als verdediging tegen overstromingen van de Rijn. Op deze plaats, waar de twee wegen bij elkaar komen, staat de ruïne van een boerderij en in de tuin bij deze boerderij is uw zoon begraven.” Naar aanleiding van deze brief wordt er een verzoek gestuurd naar The Under Secretary of State van de War Office in Londen om nader onderzoek te verrichten naar Ernest Harrison, die nog steeds Mising in Action is. Het verzoek wordt doorgestuurd heeft naar Graves Registration and Enquiries waarna het verstuurd wordt naar Graves Registration Services in Nederland.
Op 8 januari 1948 stuurt de directeur van Graves Resistration and Enquiries een antwoord terug. Dat wordt geciteerd in een brief aan de moeder en daarin staat:
"Het genoemde gebied is doorzocht en er is navraag gedaan, maar er is geen spoor van de hierboven genoemde gevonden. Volgens lokale informatie was er een graf van een Canadees, dat iets meer dan een jaar geleden door de Canadezen werd geborgen. Het is waarschijnlijk dat dit slachtoffer op de Canadese begraafplaats in Groesbeek is begraven als een "onbekende soldaat".
Deze informatie wordt gecommuniceerd naar de moeder van Ernest, Mrs. Dorothy Harrison. De directeur schreef in zijn antwoord: "Het is jammer dat het noodzakelijk is om zo'n een onbevredigend antwoord te geven, maar indien er in de toekomst ooit aanvullende informatie bij de afdeling terecht komt, dan zal dit onmiddellijk verzonden worden naar de nabestaanden."